
Bij de innovatie van cilinderuitschakeling worden automatisch twee van de vier cilinders van een brandstofmotor uitgeschakeld. Dit gebeurt binnen een specifiek toerentalbereik en bij een constante snelheid, vooral wanneer er weinig gas wordt gegeven. Bijvoorbeeld tijdens vlakke wegen of bergafwaarts rijden. Onder deze omstandigheden heeft de motor relatief weinig vermogen nodig om een bepaalde snelheid te handhaven. Soms is dit zelfs zo minimaal dat slechts twee werkende cilinders voldoende zijn.